Bewoners van Amstelveen langer last van vliegtuiglawaai. Parallel starten naar noorden voorlopig van de baan

De luchtverkeersleiding (LVNL) en de luchthaven Schiphol bestuderen een serie van maatregelen om de overlast door vliegtuigen voor omwonenden te beperken. Een van de voorgestelde maatregelen zal echter de komende jaren niet worden ingevoerd. Het gaat om bij verminderd zicht parallel te starten vanaf de Zwanenburgbaan en de Polderbaan. Inwoners van Amstelveen en Amsterdam Zuid Oost houden hierdoor last van vliegtuiglawaai. Gelukkig is de overlast beperkt, in 2019 gebruikten circa 900 vluchten de Buitenveldertbaan als tweede startbaan vanwege verminderd zicht.

De voorgestelde maatregel wordt op de website Minder hinder Schiphol ‘Langer parallel starten naar het noorden bij verminderd zicht‘ genoemd. Bij goed zicht vanuit de verkeerstoren kunnen vliegtuigen gelijktijdig vanaf de Polderbaan en de Zwanenburg richting het noorden starten. Echter bij slecht zicht is dat niet mogelijk. De verkeersleider moet namelijk in staat zijn om visiueel vast te stellen dat toestellen die van de Polderbaan starten naar links afbuigen en toestellen die vanaf de Zwanenburg baan starten naar rechts (oosten) afbuigen.

Deze maatregel is al sinds november 2019 in onderzoek blijkt uit gearchiveerde informatie van de website Minder Hinder Schiphol. Op de website staat echter nog steeds dat LVNL deze maatregel in onderzoek heeft.

De monitoring door de verkeersleider is nodig om te voorkomen dat een toestel dat bijvoorbeeld vanaf de Polderbaan stijgt door een verkeerde invoer van de vertrekroute in de boordcomputer in plaats van een bocht naar links een bocht naar rechts maakt. En daarbij in de buurt komt van een toestel dat gelijktijdig van de Zwanenburgbaan is gestart.

Bij slecht zicht starten toestellen die richting het westen vliegen vanaf de Polderbaan. Toestellen richting het oosten vertrekken dan niet vanaf de Zwanenburgbaan maar van de Buitenveldertbaan. De vertrekroute loopt over Amstelveen en Amsterdam Zuid-Oost. Parallel starten komt op Schiphol tijdens pieken voor.

Onderzoek over de periode 2015 t/m 2019 heeft uitgewezen dat er gemiddeld 64 uur per jaar sprake is van marginaal of beperkt zicht. In die situaties is bij starten naar het noorden de Buitenveldertbaan of de Kaagbaan ingezet als tweede startbaan, in totaal voor gemiddeld circa 1.700 vertrekkende vliegbewegingen per jaar. Dat komt neer op ongeveer 1% van het totale vertrekkende verkeer tijdens een startpiek in deze periode.

In dit tijdvak (2015 t/m 2019) hebben jaarlijks gemiddeld circa 35.000 startende vliegbewegingen gebruik gemaakt van de parallelle startbanen richting het noorden tijdens een startpiek.

Om langer bij verminderd zich toch parallel te kunnen starten is speciale technologie nodig die op basis van een signaal vanuit de vliegtuigen aangeeft bij de luchtverkeersleiding welke kant de vliegtuigen opdraaien.

Het gaat om de volgende twee technieken:

  1. Het (automatisch) uitzenden van de rolhoek (roll angle) van het vliegtuig en weergeven aan de torenverkeersleiding (op het torensysteem):

De meeste vliegtuigen kunnen via de transponder (zender) aan boord de rolhoek van het vliegtuig verzenden en delen met grondapparatuur. De rolhoek is de stand van de vleugels als gevolg van een beweging om de lengteas. Voordat een vliegtuig een bocht maakt, “rolt” het vliegtuig om zijn lengteas, waarbij de ene vleugel omhoog gaat en de andere omlaag. Deze stand (de rolhoek) kan door deze techniek worden getoond op het scherm in de verkeerstoren. Hiermee kan de verkeersleider vaststellen welke kant het vliegtuig op gaat vliegen.

Er zijn twee belemmeringen om deze techniek in alle situaties veilig te kunnen gebruiken: 

  1. een deel van de bestaande vloot van vliegtuigtypes beschikt nog niet over deze techniek aan boord van het vliegtuig;
  2. er zit een tijdsvertraging tussen meting van de rolhoek in het vliegtuig en weergave op het scherm in de verkeerstoren van meerdere seconden. Deze tijdsvertraging is onvoldoende veilig bevonden vanwege de beperkte afstand tussen parallel startende vliegtuigen en de benodigde tijd om, bij een afwijking van de te vliegen vertrekroute, te kunnen ingrijpen door piloot en verkeersleider om een botsing te voorkomen

2. Weergave van het volgende routepunt van het vliegtuig op het torensysteem van de verkeersleiding:

Het vliegtuig zal (automatisch) uitzenden naar welke volgende routepunt het gaat vliegen op de vertrekroute zoals vastgelegd in de boordcomputer. Deze informatie kan worden opgevangen door en weergegeven op het luchtverkeersleidingssysteem. Hiermee kan een verkeersleider vroegtijdig, dus voor een  bocht wordt uitgevoerd, kunnen controleren of dit de goede richting zal zijn. Dit geeft betrouwbare informatie dat de juiste vertrekroute wordt gevolgd en de bocht de goede kant op zal worden gevlogen.

De grootste belemmering om deze techniek in te kunnen zetten is dat een groot deel van de bestaande vloot nog niet beschikt over deze mogelijkheid om de routedata automatisch uit te zenden. Er is ook geen verplichting voor luchtvaartmaatschappijen om deze data uit te zenden. 

Naast de toepassing van deze technieken of een combinatie daarvan zijn er ook procedurele wijzigingen nodig.

Procedurele wijziging

De verkeersleider vraagt voor vertrek aan de piloot om het eerste routepunt van de toegewezen vertrekroute. Hiermee wordt een extra check uitgevoerd over de richting die het vliegtuig zal vliegen direct na de start.

Het risico hierbij is dat de mondelinge bevestiging van de piloot uit gewoonte kan worden doorgegeven, terwijl de correcte en toegewezen vertrekroute (onbedoeld) toch niet goed in de boordcomputer van het vliegtuig is ingevoerd.

Voorvallen die ontstaan doordat piloten de verkeerde vertrekroute hebben ingevoerd komen nog steeds voor.

Het toepassen van deze procedure, zonder ondersteunende technieken, is als onvoldoende veilig beoordeeld om in alle situaties (dus ook bij verminderd zicht) parallel te kunnen starten.

Op dit moment wordt de procedure gebruikt tijdens goed zicht om ervaring op te doen.

LVNL kan op dit moment geen verwachting geven of en wanneer een werkbare oplossing voor deze maatregel kan worden ingevoerd. In elk geval niet binnen de komende jaren. Het kan nog meerdere jaren duren voordat de huidige belemmeringen van deze technieken zijn verminderd en, bijvoorbeeld middels een verplichting, de gehele bestaande vloot van de technieken gebruik zal gaan maken.

In afwachting van deze nieuwe technieken is verder onderzoek naar deze maatregel tijdelijk opgeschort.

Leave a comment